Verdachte en slachtoffer in het strafrecht

Strafrechtadvocaat Mr. Maarten Witlox, advocaat gespecialiseerd in strafrecht in Amsterdam, behandelt zowel strafzaken waarbij hij de verdachte bijstaat, als ook soms zaken waarbij hij de benadeelde partij -het slachtoffer– bijstaat. Onze advocaat in strafzaken kent derhalve zowel de positie van de verdachte als ook die van het slachtoffer in het strafproces.

Rechten van slachtoffers in strafzaken

Strafrechtspecialist Witlox heeft kennis genomen van het wetsvoorstel van minister Sander Dekker om de rechten van slachtoffers in de rechtszaal uit te breiden. Dekker wil dat verdachten van zware gewelds-en zedenmisdrijven verplicht aanwezig moeten zijn  in de rechtszaal als een slachtoffer gebruik maakt van het spreekrecht.

Mr. Maarten Witlox vindt dit geen goed voorstel. Sinds 2005 is de positie van slachtoffers in het strafproces steeds verder uitgebreid. Er was op zich een goede reden om de positie van het slachtoffer uit te breiden, maar nu schiet de minister door.

In het verleden was het slachtoffer aangewezen op een dure en tijdrovende civiele procedure om zijn schade verhaald te krijgen op de dader, die het slachtoffer schade heeft toegebracht.

Benadeelde partij in het strafproces

Sinds de Wet Terwee (Wet van 23 december 1992, inwerkingtreding per 1 april 1993) heeft het slachtoffer de mogelijkheid om zich door middel van een advocaat als benadeelde partij in het strafproces te voegen. Dit is verankerd in het Wetboek van Strafvordering te weten in de artikelen 51a Sv e.v.. Op deze wijze kan het slachtoffer de geleden schade, die veroorzaakt is door de dader, mits voldoende bepaalbaar en  onderbouwd, verhalen op de dader, als deze laatste wordt veroordeeld voor het tenlastegelegde feit. Slechts als het te ingewikkeld wordt kan de rechter deze vordering afwijzen. Het criterium wat hierbij wordt gehanteerd is thans: of het strafgeding hierdoor onevenredig wordt belast.

Schadevergoeding aan het slachtoffer

Als de rechter tot een veroordeling komt kan de strafrechter in het vonnis de veroordeelde op deze wijze tevens veroordelen in het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer. Ter incassering kan ook de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd, waardoor niet het slachtoffer deze schade dient te incasseren bij de veroordeelde, maar de Staat voor incasso zorgt.

In de loop der tijd is de positie van het slachtoffer verder uitgebreid. Het wetsvoorstel hiertoe is tot stand gekomen op basis van de voorstellen die zijn gedaan in de rapporten van het onderzoeksproject Strafvordering 2001 onder leiding van prof. Mr. M.S. Groenhuijsen en prof. Mr. G. Knigge. Dit alles heeft geresulteerd in een wetswijziging die aan het slachtoffer nog een aantal concrete bevoegdheden heeft toegekend. Het slachtoffer heeft sinds de invoering van deze wet in 2005:

  • het recht op informatie,
  • het spreekrecht
  • en het recht om kennis te nemen van de processtukken.

Schadevergoeding buiten het strafproces

Naast het voegen als benadeelde partij is ook de mogelijkheid gecreëerd om bij het schadefonds geweldsmisdrijven schadevergoeding buiten het strafproces of civiele proces om te verzoeken. Dit was bij wet van 26 juni 1975 voorlopig geregeld en is bij wet van 23 december 1992 gewijzigd in de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.  Op grond van deze wet kunnen uit het fonds uitkeringen worden gedaan aan een slachtoffer, te weten:

  • iemand die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf
  • ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen.

Naar de mening van Mr. Witlox advocaat strafrecht in Amsterdam is op bovenstaande wijze de positie van het slachtoffer in het strafproces al op een voldoende wijze versterkt. Er zijn al de nodige problemen in de strafpraktijk van alledag te melden.

Verkeersslachtoffer

In een strafzaak, waarbij strafrechtspecialist Witlox als advocaat een verdachte als raadsman in het strafproces heeft bijgestaan bij de meervoudige rechtbank te Amsterdam, was er een dodelijk verkeersslachtoffer te betreuren. De nabestaanden, die zich via hun advocaat hadden gesteld als benadeelde partij en ter zitting uitgebreid gebruik hebben gemaakt van hun spreekrecht, hebben voorafgaand aan de zitting zich al zo bedreigend jegens de client van mr. Witlox uitgelaten dat zijn client, de verdachte, niet met zijn advocaat ter zitting durfde te verschijnen. Client wilde graag verschijnen en zijn aanwezigheid was in de strafzaak ook zeer wenselijk.

Sterke positie van het slachtoffer in het strafrecht

De strafzaak moest vanwege de eerder genoemde dreigementen echter buiten aanwezigheid van de verdachte op de behandeling ter terechtzitting worden afgedaan. Uiteraard heeft onze strafrechtspecialist  als gemachtigde, zonder aanwezigheid van de verdachte, als raadsman de verdediging gevoerd. Dit was geen wenselijke situatie. In deze zaak komt naar de mening van de verdediging naar voren dat er ook sprake kan zijn van een te sterke positie van het slachtoffer, als gevolg waarvan een goede rechtsgang in het geding kan komen.

Confrontatie tussen verdachte en slachtoffer

Een te sterke positie van het slachtoffer leidt op deze wijze mogelijk tot een heftige confrontatie tussen verdachte en slachtoffer, waarbij een ‘oog om oog tand om tand’ en andere onderbuikgevoelens naar boven kunnen komen. Juist om dit soort confrontaties te voorkomen is toch ooit het strafproces ingevoerd, waarbij het Openbaar Ministerie namens de maatschappij (de staat) optreedt tegen de verdachte. Er is een grote kans dat het strafproces op deze wijze te veel bepaald wordt door de emoties. Het is een feit dat deze er zijn bij een slachtoffer en dat deze een plaats moeten krijgen, maar naar de mening van strafrechtadvocaat  Witlox niet in het strafproces, althans niet in deze fase. Dit kan in deze fase een oneigenlijke invloed hebben op de rechters.

Verdachte of dader?

Hoe zou het dan wel moeten? Er is in het strafproces nog steeds sprake van een ‘verdachte’, niet van een ‘dader’. De rechtbank moet eerst bezien of de verdachte  veroordeeld kan worden voor het tenlastegelegde. In de door Witlox hierboven geschetste casus werd de verdachte uiteindelijk vrijgesproken. De nabestaanden hebben al hun -terechte- emoties ten onrechte op deze verdachte geuit.

Naar mijn mening voert minister Sander Dekker ter motivering van zijn wetswijziging ten onrechte aan:  “Verdachten moeten worden geconfronteerd met het leed dat zij slachtoffers hebben aangedaan “ . De minister vereenzelvigd de ‘verdachte’ hier ten onrechte met de ‘dader’.

De dader in het strafrecht mag hiermee naar de mening van Mr. Witlox geconfronteerd worden, niet de verdachte. Als de verdachte later wordt vrijgesproken, is deze in het proces ten onrechte gezien als dader en ten onrechte door de nabestaanden met leed en wensen tot vergelding geconfronteerd. Dit kan een vrijgesproken verdachte naar de mening van mr. Witlox beschadigen.

Tenlastegelegde en toerekening

Strafrechtadvocaat Witlox is een groot voorstander van het scheiden van deze processen. Eerst vindt het strafproces plaats, waarbij wordt beoordeeld of het tenlastegelegde feit aan de verdachte kan worden toegerekend. Als de verdachte schuldig is bevonden kan dan in een hier opvolgende procedure, waarbij de straf wordt bepaald, ook de vordering benadeelde partij met alle merites van dien aan bod komen. Op deze wijze worden zowel de belangen van de verdachte als ook  die van het slachtoffer beter gewaarborgd.

Contact met advocaat strafrecht in Amsterdam; voor dader en slachtoffer (benadeelde partij)

Voor juridisch advies over strafrecht en dader en slachtoffer in strafzaken, kunt u contract opnemen met Mr. Witlox gespecialiseerd advocaat strafrecht in Amsterdam.

 

Copyright 2018 © All rights Reserved.