VOG en beroepsverbod

Mr. Witlox  advocaat VOG in Amsterdam geeft juridisch advies bij de aanvraag of afwijzing van een VOG. Een VOG (verklaring omtrent gedrag) is vaak nodig om een baan te krijgen. Dienst Justis kan een VOG op grond van de beleidsregels weigeren of afwijzen. Dit gebeurt als de aanvrager een strafbaar feit heeft gepleegd dat relevant is voor de betreffende functie, waardoor hij een risico is voor de samenleving. Daarvoor geldt een terugkijk termijn van twintig jaar. Als geen VOG wordt afgegeven dan kan men een zienswijze indienen en daar vervolgens bezwaar tegen maken volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Soms komt de afwijzing van de VOG neer op een beroepsverbod, waardoor iemand zijn werk niet meer kan doen, bijvoorbeeld vanwege een zedendelict. Wat kan de aanvrager van de VOG dan nog ondernemen?

Aanvraag VOG

Bij besluit van 9 maart 2015 had de staatssecretaris een aanvraag om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag voor de functie van wijkverpleegkundige afgewezen. De VOG was afgewezen

  • omdat cliënt was veroordeeld tot een werkstraf 
  • wegens het plegen van ontucht
  • met een patiënt in de functie van verpleegkundige.

Bij besluit van 9 juni 2015 had de staatssecretaris het bezwaar ongegrond verklaard.

Beroep VOG

Namens de cliënt heeft advocaat mr. Witlox in Amsterdam beroep ingesteld bij de rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht. Bij uitspraak van 20 oktober 2015 heeft de rechtbank het ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 9 juni 2015 vernietigd, het besluit van 9 maart 2015 herroepen en bepaald dat de aangevraagde VOG alsnog wordt afgegeven.

Raad van State

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris van het ministerie van veiligheid en justitie hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Namens de cliënt heeft mr. Witlox ook hier verweer gevoerd en o.a. aangevoerd dat de weigering het onmogelijk maakt dat zijn cliënt zijn werkzaamheden als verpleegkundige voort zet.

Beroepsverbod

Mr. Witlox heeft als advocaat van de aanvrager aangevoerd dat:

  • de cliënt het delict had gepleegd in een periode waarin hij onder grote persoonlijke druk stond;
  • dat de kans op herhaling klein is;
  • de staatssecretaris de VOG had moeten afgeven;
  • de staatsecretaris niet alle relevante omstandigheden en belangen bij zijn beoordeling had betrokken.

De strafrechter had in de strafzaak het door de officier van Justitie gevorderde beroepsverbod immers afgewezen en de officier van justitie is hiertegen niet in hoger beroep gegaan.

Tuchtcollege

Na het delict is client in therapie gegaan en hij is zich bewust geworden van de noodzaak om op de juiste wijze met spanningen om te gaan. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft de client voorwaardelijk geschorst voor één jaar met een proeftijd van twee jaar. Volgens zowel het tuchtcollege als de strafrechter mocht de client dus weer werkzaam zijn als verpleegkundige. Daarnaast had mr. Witlox psychologische rapportages overgelegd waaruit blijkt dat de kans op herhaling onwaarschijnlijk is.

Disproportioneel

Op grond van de van toepassing zijnde beleidsregels kon de VOG enkel worden afgegeven indien de weigering ervan evident disproportioneel is. Of de weigering evident disproportioneel is, wordt beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval.

Zedendelict

Vaststond dat de client voorafgaand aan het delict zonder incidenten 26 jaar en sinds het delict, na een onderbreking van ongeveer zes maanden in verband met zijn strafrechtelijke vervolging, zonder incidenten ten minste zeven jaar als verpleegkundige in de gezondheidszorg heeft gewerkt.

Deskundige

Volgens de deskundige is het delict een eenmalig en door uitzonderlijke spanning ingegeven incident geweest, waarbij de client zich direct heeft gerealiseerd dat wat hij deed in alle opzichten ongepast was. Dit oordeel heeft de strafrechter overgenomen. Zowel de strafrechter als de tuchtrechter hebben het belang van de bescherming van de maatschappij meegewogen.

Psychologisch rapport

In het kader van de aanvraag VOG heeft in een nieuw psychologisch rapport opgesteld, waaruit is gebleken dat er geen sprake is van een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. De deskundige oordeelt dat er vanuit gedragskundig oogpunt geen sprake is van een verhoogd recidivegevaar:

“Op basis van de gestructureerde risicotaxatieinstrumenten zijn er geen noemenswaardige aanwijzingen gevonden voor een verhoging van de kans op herhaling.”

Recidive

De Raad van State heeft uiteindelijk geoordeeld dat van belang is dat het tuchtcollege en de strafrechter zich eerder al gemotiveerd over een beroepsverbod hebben uitgesproken. De staatssecretaris mocht niet zonder nadere motivering concluderen dat herhaling niet onwaarschijnlijk is. Het gevaar voor recidive is immers nooit geheel uit te sluiten.

Advocaatkosten

De cliënt heeft uiteindelijk zijn VOG gekregen van het Ministerie. Hij heeft ook een groot gedeelte van zijn advocaatkosten teruggekregen, maar het heeft hem een jarenlange strijd gekost.

  • De uitspraak is te vinden onder ECLI:NL:RVS:2016:1649.
  • De uitspraak van de rechtbank Haarlem is ook gepubliceerd: ECLI:NL:RBNHO:2015:8918.
  • Deze uitspraak is geannoteerd in GZR-Updates.nl 2016-0254 en JB 2016/157; NJB 2016/1297; AB 2016/271 met annotatie van A.C. Hendriks Hoogleraar gezondheidsrecht, Universiteit Leiden.

Voor meer informatie of juridisch advies over afgifte van een VOG (verklaring omtrent gedrag), of het indienen van een zienswijze of bezwaar kunt u contact opnemen met Mr. Witlox, gespecialiseerd advocaat VOG in Amsterdam.

 

Copyright 2018 © All rights Reserved.